

Jacobus
Q. Smink
Tongermolke yn blik

Jacobus Quiryn Smink is geboren en getogen in Sondel, Gaasterland. Zijn vader had een boerenbedrijf. Hij is de vierde in een gezin van negen, ‘dus er werd veel Fries gepraat’, zoals hij dat gekscherend aangaf in een interview in 1995. Smink kreeg atypisch veel Fries op school. Op de havo in Sneek koos hij Fries in zijn eindexamenpakket. Hij volgde de studie Nederlands aan de lerarenopleiding Ubbe Emmius in Groningen. Na zijn afstuderen verhuisde hij in 1980 naar Brabant. Vanaf 1983 woont hij in Eindhoven waar hij werkt als docent Nederlands. Hij is vader en grootvader.
Jacobus Smink begon vroeg met schrijven. Op de middelbare school schreef hij popteksten, meest in het Nederlands of het Engels. In zijn Groninger periode kwam hij in contact met de dichter Tsjêbbe Hettinga, waardoor hij er zich nog meer van bewust werd dat het Fries de taal was waarin hij wilde schrijven.
Hij debuteerde als Jacob Smink in 1972 in het literaire tijdschrift Hjir met het korte verhaal ‘Hwa wit’ en een gedicht met de titel ‘Leaf famke’. Toen Hjir met ingang van 2009 samen met Farsk opging in Ensafh, kwam hij ook in de Ensafh redactie. Hjir en ensafh zijn altijd zijn podium geweest, met uitzondering van een paar uitstapjes naar Trotwaer, begin jaren negentig.
Sminks eerste bundel ‘Apàrte fersen’ verscheen in 1983 in eigen beheer bij de Stifting Hispel als een eenvoudig, gestencild boekje. Twee jaar later volgde die echte bundel bij de KU met als titel Wurk fan de achtste dei.
‘Foar de famkes’ (1988) heeft als thema de liefde van een vader voor zijn dochters.
In ‘Mei beide lippen’ (1991) is de speelse blijheid van de vorige bundel verdwenen: het gaat over verlies en eenzaamheid. De geliefde van de dichter heeft hem verlaten, een paar goede vrienden zijn jong gestorven.
Een hoogtepunt vormt de bundel Lingerich ‘tekstyl & swarte side’ (1994) met als thema de erotiek.
In 1995 volgde ‘Minskegedichten’ met dezelfde soort afwijkend taalgebruik; de gedichten gaan over ‘minsk’ in allerlei levenssituaties, van geboorte tot dood, een kaleidoscoop van het mensenleven.
‘Sondelfal’ (2009) bevat niet eerder gepubliccerd werk en een selectie uit wat de dichter vanaf 1993 in de tijdschriften puliceerde, soms in een bijgewerkte vorm.
De adviescommissie van de Gysbert Japicxpriis schreef, opgetogen, over Sondelfal: ‘Het is wonderbaarlijk hoe Jacobus Q. Smink dat flikt. In Sondelfal lukt het hem de lezer volstrekt te verwarren met neologismen, ellipsen, wilde associaties, duistere metaforen en tegelijk leidt hij hem linea recta naar Sondel, het dorp waar hij zelf in 1954 ter wereld kwam. En daarbij tovert hij dat Sondel zo helder voor ogen dat je er helemaal nostalgisch mee van kunt worden. Om in diezelfde tel die herinneringen in een ware Sondel-val als vuurwerk te laten uiteenspatten. Een prachtige bundel van een dichter die er al lang is maar zichzelf hier opnieuw uitvindt.’
Jacobus Q. Smink heeft een aantal boeken uit de wereldliteratuur vertaald in het Fries. Zijn ‘Ronja’ werd bewerkt tot een toneelvoorstelling die het Friese theatergezelschap Tryater met veel succes opvoerde.


Tik hier om de interactieve
kaart te activeren


De dichters


Colofon
steen
Colofon

Albertina
Soepboer
Bus 54

Eddy
Evenhuis
Eindstation

Anne
Vegter
De middelen

Remco
Campert
Ik wil wel

Pieter
Boskma
Het hoogste lied

I.S.
Turgenev
uit: onderweg

Fedde
Schurer
Lit dan krûpe dat net gean doar

W.F.
Hermans
Doodlopende straat

Simon
Vestdijk
Kwijnende liefde

Piet
Paaltjens
XCVI

Willem
Abma
Stêd

Gerard
Reve
Boetpsalm

Rutger
Kopland
Een steen in Leeuwarden

Obe
Postma
Prinsetún

Martin
Veltman
Villanelle

Ester Naomi
Perquin

D. A.
Tamminga
Aed Levwerd

C.
Buddingh
Blauwbilgorgel

Judith
Herzberg
Planetarium te Franeker

Michaël
Zeeman
Misericordia

Piter Jelles
Troelstra
Yn kringen leit it libben om ús hinne

Jean Pierre
Rawie
Spanjaardslaan

M.
Vasalis
Sub Finem

Anne
Feddema
Selfportret

Tsjêbbe
Hettinga
Styx

Jan
Arends
Ik wil alleen maar weten wie ik ben

Tiny
Mulder
Wurden

Ed
Hoornik
Friesland

Jan Jacob
Slauerhoff
Het einde

Bertus
Aafjes
Schaatsenrijders

Theun
de Vries
Tiidspreuk

Arjan
Hut
Pace et Justitia

Leonard
Nolens
Bres

Sikke
Doele
Autosoasiologysk

Remco
Ekkers
Eerste woord

Baukje
Wytsma
Ljouwert

C.O.
Jellema
Notitie bij een Friese kerkmuur

Kees
't Hart
Groet aan Leeuwarden

Willem
Hussem
Zet het blauw

Tsead
Bruinja
It sizze oant it net mear jildt

Gerrit
Komrij
De dichter des vaderlands spreekt

Koos
Hagen
De gelukkige klas

Driek
van Wissen
Leerweg

Laozi
Tao Te Ching

Martin
Bril
Kunst

Nicolaas
Matsier
God van de drempel

Atze
van Wieren
Dorpskerk Huizum

Ida
Gerhardt
Onvervreemdbaar

Jacobus
Q. Smink
Tongermolke yn blik

Ilja Leonard
Pfeijffer
Hoofdstad

Hagar
Peeters

Ellen
Deckwitz

Eeltsje
Hettinga
