

Eeltsje
Hettinga

Eeltsje Hettinga begon als redacteur bij het weekblad De Nije, maar in 1983 werd hij zelfstandig journalist, in welke hoedanigheid hij vijf jaar in de Verenigde Staten verbleef. Hij is geïnteresseerd in beeldende kunst. Hettinga is een jongere broer van de Friese dichter Tsjêbbe Hettinga (1949-2013).
Hettinga debuteerde in 1987 als dichter in het literaire tijdschrift Trotwaer, een tijdschrift waarin hij jarenlang zou blijven publiceren, net als in onder andere het blad Hjir. Voor vier van zijn gedichten werd hij onderscheiden met een Rely Jorritsmapriis (in 1988, 1991, 1994 en 1997). Ook werd een gedicht van hem opgenomen in de bloemlezing Spiegel van de Friese poëzie van de zeventiende eeuw tot heden (1994) van Teake Oppewal en Pier Boorsma. Pas in 1998 echter kwam zijn eerste dichtbundel uit, Akten fan winter, waarvoor hem een jaar later de Fedde Schurerpriis werd toegekend. Akten fan winter werd door critici goed ontvangen, met name om de sterke eenheid van vorm, taal en thematiek. Ook Hettinga’s tweede dichtbundel Dwingehôf (2000) kreeg positieve recensies: Abe de Vries vond het een van de grote dichterlijke prestaties in het naoorlogse Friesland. De Vries beschreef in zijn recensie Hettinga’s thematiek als “een persoonlijke mythologie van verleden, herinneringen en dood”.
Samen met de taalkundige/dichter Eric Hoekstra publiceerde Hettinga in 2002 onder het pseudoniem Hu-Thung-song een bundel gedichten in Chinese stijl, Yn ‘e fal fan ‘e jûn. Hettinga, door sommigen wel beschouwd als het enfant terrible van de Friese literatuur, zei over deze bundel: “Literatuur is gedeeltelijk ook een grap. Zelfs met jezelf moet je af en toe de spot drijven”. In 2006 verscheen Hettinga’s derde bundel, Apreos. Zijn bundel Ikader, die in 2012 verscheen, werd genomineerd voor de Gysbert Japicxprijs 2013.
Eeltsje Hettinga was van 2017 tot 2019 Dichter fan Fryslân.
In 2018, het jaar dat Leeuwarden samen met Valetta (Malta) Culturele Hoofdstad van Europa was, schreef Hettinga een gedicht naar aanleiding van de moordaanslag die dat jaar werd gepleegd op de Maltese journaliste Daphne Caruana Galizia.[3] Het in het Engels vertaalde gedicht van Eeltsje Hettinga kreeg veel aandacht in de krant Times of Malta.[4][5] Tweede Kamerlid van het CDA Pieter Omtzigt, die als bijzonder rapporteur was aangesteld door de Raad van Europa om het verloop van het onderzoek naar de moord te onderzoeken, suggereerde de organisatie van de culturele hoofdstad Leeuwarden om het gedicht groot te vertonen, dan wel de documentaire over Caruana Galizia te vertonen.[5]
Hettinga vertaalde werk van onder andere Ingeborg Bachmann, Georges Bataille, Slauerhoff en Tomas Tranströmer in het Fries. Ook was hij verantwoordelijk voor de eindredactie van Der is gjin dêr, dêre (2003) van Ronald Giphart, dat in het Nederlands werd geschreven, maar niet in die taal werd gepubliceerd.
In februari 2002 richtte Hettinga samen met Elske Schotanus de Stichting Cepher op, een organisatie die het bevorderen van (Friese) letterkunde, literatuur en journalistiek tot doel heeft. Hettinga was de drijvende kracht achter het internettijdschrift Kistwurk (2000-2003), een van de projecten van Cepher. Hij was tevens betrokken bij twee publicaties van deze stichting, de gedichtenbundels Wrâld, finster, gedicht (2003) en de drietalige publicatie gjin Grinzen, de Reis / geen Grenzen, de Reis / no Borders, the Voyage (2004). Sinds 2005 is Hettinga redactielid van het internettijdschrift GO-GOL, een ander project van Cepher. Ook begeleidt hij beginnende dichters.
Hettinga was de oprichter van het (niet meer bestaande) eenmans-internettijdschrift Erosmos.


Tik hier om de interactieve
kaart te activeren


De dichters


Colofon
steen
Colofon

Albertina
Soepboer
Bus 54

Eddy
Evenhuis
Eindstation

Anne
Vegter
De middelen

Remco
Campert
Ik wil wel

Pieter
Boskma
Het hoogste lied

I.S.
Turgenev
uit: onderweg

Fedde
Schurer
Lit dan krûpe dat net gean doar

W.F.
Hermans
Doodlopende straat

Simon
Vestdijk
Kwijnende liefde

Piet
Paaltjens
XCVI

Willem
Abma
Stêd

Gerard
Reve
Boetpsalm

Rutger
Kopland
Een steen in Leeuwarden

Obe
Postma
Prinsetún

Martin
Veltman
Villanelle

Ester Naomi
Perquin

D. A.
Tamminga
Aed Levwerd

C.
Buddingh
Blauwbilgorgel

Judith
Herzberg
Planetarium te Franeker

Michaël
Zeeman
Misericordia

Piter Jelles
Troelstra
Yn kringen leit it libben om ús hinne

Jean Pierre
Rawie
Spanjaardslaan

M.
Vasalis
Sub Finem

Anne
Feddema
Selfportret

Tsjêbbe
Hettinga
Styx

Jan
Arends
Ik wil alleen maar weten wie ik ben

Tiny
Mulder
Wurden

Ed
Hoornik
Friesland

Jan Jacob
Slauerhoff
Het einde

Bertus
Aafjes
Schaatsenrijders

Theun
de Vries
Tiidspreuk

Arjan
Hut
Pace et Justitia

Leonard
Nolens
Bres

Sikke
Doele
Autosoasiologysk

Remco
Ekkers
Eerste woord

Baukje
Wytsma
Ljouwert

C.O.
Jellema
Notitie bij een Friese kerkmuur

Kees
't Hart
Groet aan Leeuwarden

Willem
Hussem
Zet het blauw

Tsead
Bruinja
It sizze oant it net mear jildt

Gerrit
Komrij
De dichter des vaderlands spreekt

Koos
Hagen
De gelukkige klas

Driek
van Wissen
Leerweg

Laozi
Tao Te Ching

Martin
Bril
Kunst

Nicolaas
Matsier
God van de drempel

Atze
van Wieren
Dorpskerk Huizum

Ida
Gerhardt
Onvervreemdbaar

Jacobus
Q. Smink
Tongermolke yn blik

Ilja Leonard
Pfeijffer
Hoofdstad

Hagar
Peeters

Ellen
Deckwitz

Eeltsje
Hettinga
